Het Marskramerpad is niet zomaar een wandelroute, maar is er een met een rijke historische achtergrond. De tocht begint officieel in Bad Bentheim en volgt de historische trektocht van hannekemaaiers en tödden. Je passeert van oost naar west een grote diversiteit aan Nederlandse landschappen. Bovendien doe je oude handelssteden aan zoals Oldenzaal, Deventer, Amersfoort en Leiden. Als laatste ga je door Den Haag de stad van regenten en boekenkramers, om te eindigen bij het Kurhaus in Scheveningen.

In Duitsland troffen we in een boshut alle informatie aan over de handelsweg.

Hannekemaaiers, kiepkerels, marskramers en tödden zwierven door ons land op zoek naar werk of kopers voor hun waar. Geen ongevaarlijke bezigheid in de 16e en 17e eeuw. De Gouden Eeuw bracht voorspoed, maar trok daarmee ook mensen aan die in andere delen van Europa in armoede leefden, ook toen al. Zo had je de Hannekemaaiers, ook wel Hollandgangers genoemd. Dat waren seizoenarbeiders, die te voet naar Holland gingen om wat bij te verdienen in de zaai- en oogsttijd of als turfstekers.

Marskramers en kiepenkerls trokken met grote manden(kiepen) op hun rug door het land om de plattelandsbevolking te voorzien van allerlei waar, zoals garen, knopen, naalden, band.

Tödden leurden hoofdzakelijk met linnen, lappen of todden. Ze kwamen met hun waar vanuit het Duitse Tecklenburg en gingen naar Hanzesteden in Friesland en de kop van Noord-Holland. Later vestigden de pakkendragers zich als groothandelaars van hun koopwaar en in de 18e eeuw werden zaken geopend met bekende namen zoals Brenninkmeijer, Cloppenburg, Vroom & Dreesman en de winkel van Sinkel.

Nu liepen wij de route in tegengestelde richting. Tijdens de laatste etappe was ik iets aan het fotograferen in Gildehaus, toen deze twee Duitse mannen riepen, dat ze ook graag op de foto wilden. Het was een grap natuurlijk, maar ik ging er graag op in, dus gingen ze poseren. Jullie mogen bekijken tot welke soort van het verhaal hierboven zij behoren, als je ze zo ziet. Over toeval gesproken.