Stadten

Is dat een werkwoord? Zo voelde het wel, toen dochterlief en ik bedachten, dat het toch wel een eeuwigheid geleden was, dat we in Amsterdam rondgelopen hadden. Dus dat gingen we doen: stadten.

Bij nader onderzoek blijkt het inderdaad al heel lang een werkwoord te zijn, maar tegenwoordig kiest men voor de spelling ‘statten’, want dat kun je beter vervoegen, zoals ik stat, jij stat enz. Dat wordt met ‘ik stadt’ weer zo’n uitzondering op de taalregels. (volgens Wim Daniëls)

De stadswandeling werd wel wat gehinderd door de vele werkzaamheden aan de oeverversteviging van de grachten. Dus werd het hier en daar wat heen en weer geloop, maar ondertussen genoten we toch weer eens van die mooie Amsterdamse grachten.

Uiteindelijk oriënteerden we ons op de mode, die momenteel in de winkel hangt, maar beiden vonden we niks naar onze gading.

Als je dan uiteindelijk in een gezellig Amsterdams cafeetje van een cappuccino en elkaars gezelschap zit te genieten, is je middag helemaal goed.

13 gedachtes over “Stadten

  1. Oh, stadten met mijn moeder, ik mis het soms nog. We konden uren slierten, ook in Amsterdam waar we bij haar jongste zus logeerden. Ik zie ons nog vanaf het Waterlooplein in lijn 9 stappen met een doofpot in de hand. Zo’n bruine met een porseleinen knop op het deksel. Hij stond jaren bij haar thuis, uiteraard heb ik hem geërfd.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie