Andere tijden

Aan de hand van de column die Sylvia Witteman op 28 oktober plaatste in de Volkskrant, laat ik nog wat foto’s zien, die ik maakte tijdens mijn bezoek aan Fotomuseum Foam en die ik nog had liggen. Toevallig sloot deze column helemaal aan bij die foto’s.

Column Sylvia: ’t Varkentje.

In het Amsterdamse fotomuseum Foam moest ik eerst langs een tentoonstelling met bijschriften als ‘een vocabulair van beelden zonder chronologische of geografische indelingen met een persoonlijk narratief op de dunne scheidslijn van het alledaagse en het bijzondere, waardoor een unieke verbinding ontstaat’ (foto: een geel plastic emmertje boven een oude autoband) maar daarna belandde ik gelukkig toch bij Paul Hufs Golden Years.

Paul Huf zou dit jaar 100 zijn geworden, en zijn ‘gouden jaren’ betroffen de jaren zestig en zeventig. Iedereen van mijn leeftijd herinnert zich Hufs foto’s, veelal van blonde fotomodellen met wezenloze gezichten,

maar ook van het Nederlands elftal, de koninklijke familie, een sexy, gekweld kijkende Ramses Shaffy in bontjas en andere beroemdheden.

Ontroerd keek ik terug op mijn jeugd. Ach, ja, het tijdschrift Avenue! En daar, Hufs fabuleuze biercommercial ‘Vakmanschap is meesterschap’ met dat heerlijke barokmuziekje! En daar had je de piepjonge prinses Beatrix, met haar zusjes in de tuin van paleis Soestdijk, onder knusse Hollandse schapenwolkjes spelend met: een varkentje.

‘Een varkentje!’, zei een vrouw naast me tegen haar metgezel. ‘Wat leuk, Bart, ze hadden een varkentje op Soestdijk!’ Late zestigers, allebei, de vrouw met rossig blonde krullen en een poesachtig mollige gestalte; de man lang en mager, rode V-halstrui en een strakke spijkerbroek om zijn platte billen. Hij droeg een bril met een zwaar, pauwblauw montuur en halflang grijs haar dat, naar achteren gekamd, wat kuifde in de nek. ‘Natuurlijk hadden ze daar geen varkentje’, snauwde de man. ‘Dat heeft Huf natuurlijk meegebracht, voor de foto.’ De vrouw zweeg bedremmeld. Ik zag dat varkentje al zitten, met wapperende oortjes op de bijrijdersstoel van Hufs rare autootje (een ‘Ruska buggy’, zoek maar op) en besloot thuis de achtergronden van dat varkentje tot op de bodem uit te pluizen (tot dusver niet gelukt).

In het kielzog van dat stel belandde ik bij een foto van Mathilde Willink. Zij was een icoon in de jaren zeventig, een raadselachtige paradijsvogel die in uitzinnige gewaden met dito make-up door de stad dwaalde. Mathilde was de derde vrouw en ‘muze’ van schilder Carel Willink. Hij vond haar ‘een mooi ding om in huis te hebben’ zei hij eens, niet per se de grondslag voor een evenwichtig huwelijk, dat dus ook strandde, waarna Mathilde op mysterieuze wijze aan haar eind kwam, 39 jaar oud.

‘Toch was die Mathilde geen échte schoonheid’, sprak de man, met een kennersblik door zijn moeilijke bril. ‘Nee, je had toen wel mooiere vrouwen.’ Hoopvol keek zijn vrouw naar hem op, maar hij bleef zuinig naar Mathilde turen en concludeerde: ‘Ja. Andere tijden.’

Aldus Sylvia Witteman, die het als geen ander zo goed kan verwoorden!

14 gedachtes over “Andere tijden

Plaats een reactie