Met nicht G had ik afgesproken bij de pont in Amsterdam. Die bracht ons naar de overkant van ’t IJ, van waaruit we naar Eye liepen. Daar was ik nog maar een paar dagen geleden geweest. Ik lijk er wel kind aan huis. Toen ging ik naar de film. Nu naar het fotomuseum van Eye, want G en ik zijn beiden erg geïnteresseerd in fotografie. De tentoonstelling was opgebouwd uit filmfragmenten met een mix aan engagement en experiment van de kunstenaar en Oscargenomineerde filmmaakster Garrett Bradley. Zo’n werk moet je op je in laten werken. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen, dat G en ik onszelf niet echt de tijd en de rust gunden om lang te gaan kijken. We moesten nog zoveel bijpraten en er stond nog meer op ’t programma.

We namen de pont weer terug.

Vanaf het CS zochten we de Keizersgracht op. Eerst kwamen we daar langs Huis Marseille, wat we met een bezoek vereerden. Het is een prachtig, stijlvol grachtenpand.



De fototentoonstelling was boeiend. Ze vierden in Huis Marseille hun 25 jarig bestaan met een overzicht van werk uit hun eigen depot. Heel divers met bekende en minder bekende namen. Ik doe zomaar een greep uit al dat moois: Torbjörn Rödland met ‘Oude bezem’ , Viviane Sassen met ‘Blanche & Leila White en tot slot een triptiek van Dawit L. Patros ‘Nearness and Distance Constitute a Position.



Aan de Keizersgracht ligt ook fotomuseum Foam. G wilde daar graag de tentoonstelling ‘ De ondergedoken camera’ zien. Die had ik al eerder bekeken, (kijk maar hier) maar het blijft indrukwekkend en heftig, wat mensen in de oorlog te verduren hebben gehad.




Vervolgens gaan we ergens een hapje eten. Dit kan gewoon buiten, want het is een heerlijke zomerdag. Tja, want na het bezoek aan drie fotomusea was de dag nog niet om. Voor de avond hadden we namelijk kaartjes voor het concertgebouw. Ik was heel benieuwd, want ik was er nog nooit geweest. De entourage, die ik uiteraard al vaker op tv had gezien, was in het echt werkelijk prachtig. Ik keek mijn ogen uit.



Ook het concert zelf vond ik een belevenis. In het kader van een serie Zomerconcerten was het deze avond de beurt aan een groot Australisch jeugdorkest o.l.v. David Robertson. Ze voerden drie stukken uit. Ze begonnen met een referentie aan hun land van afkomst. Earth Cry (1986) van Peter Sculpthorpe met als solist William Barton, een Aboriginal, spelend op de didgeridoo. Vervolgens een vioolconcert van Mendelssohn in e (1844) met een heel jeugdige Christian Li, die de vioolsolo op zijn rekening neemt. Na de pauze was Pjotr Tsjaikovski aan de beurt met zijn Symfonie nr 4 in f (1877-78). Het orkest werd af en toe opgezweept en het was een mooi gezicht hoe de muzikanten meedeinden met hun strijkspel op de viool. Ik heb genoten!
En daar stonden we dan allemaal bij de tramhalte op weg naar huis.

welbestede dag!
LikeGeliked door 1 persoon
Een mooie afsluiting van de overvolle dag !
Verstuurd vanaf mijn iPad
>
LikeGeliked door 1 persoon
Van begin tot het eind een prachtdag!
LikeLike