Iets verderop lag Plompe Toren. De toren, die je al van heinde en verre ziet liggen. Dat was ons tweede doel van dag 2. De toren is een toeristische atrractie. Je kunt hem ook beklimmen.

De Plompe Toren is een 23 meterhoge kerktoren aan de Oosterschelde, een paar kilometer ten zuiden van Burgh-Haamstede. Het enige restant van Koudekerke, een inmiddels in de Oosterschelde verdwenen dorp op Schouwen-Duiveland. Eén van de vele verdwenen dorpen, zag ik op een kaartje.

De toren staat nèt binnendijks en in het dijkprofiel: je ziet dat er in de Oosterscheldedijk is een uitholling rond de voet is gemaakt.

Wij waren nog steeds meer geinteresseerd in de natuur in de achterliggende polder, de Koudekerkse Inlaag. In dit gebied zie je het zogenaamde karrenveldpatroon. Het is zo ontstaan, doordat de bodem achter de dijk werd afgegraven om de zeedijken te versterken. Het veen en de klei werd afgevoerd met karren. Vandaar de naam karrespoor of karreveld. De karreveldsporen kenmerken zich als lange sloten, die parallel aan elkaar lopen. Hier op Schouwen troffen we vaker Inlagen aan.

Hier keken we vanaf de kant, wat er leefde aan vogels en anderszins in en rondom dit plas-nat landschap.

Het werd toch een diverse verzameling: bergeend , kokmeeuwen, kluten, kleine plevier, kwikstaart, een haas, strandpleviertjes, waterhoen, een fuut en een groep lepelaars.

Wat een rijkdom aan natuur geeft zo’n inlaag!