Zoals het leven ’s zomers toch veelal op een lager pitje draait, zo is dat ook in de natuur. Verwachtingsvol liep ik mijn rondje en ik moest bekennen, dat er niet veel te beleven was. Ik dwong mezelf beter te kijken en zag toen wat bezige bijen in de springbalsemien.



Langs de rietvelden zag ik nog net een paar juveniele fazanten lopen.

Vlinders waren er bijna niet. Deze dagpauwoog bleef een tijd met gesloten vleugels zitten. Heel even piepte ze open.



Ook een libelle rustte even op het pad voor me.

Ik was alweer uit het natuurgebied op de weg, toen er opeens een buizerd de jacht opende.




Achteraf was ik toch blij met de oogst. Zo zie je toch maar weer, dat er altijd wat te fotograferen is.
Zo zie je maar, er is altijd iets te ontdekken of te zien.
LikeLike
Ik houd ervan: dat rustige, saaie, warme.
Mooie foto’s weer
LikeLike
Je slotzin is zo waar! Altijd je ogen open houden en nieuwsgierig zijn
LikeLike
Bertiebo
LikeLike
De traagheid van de zomer, heerlijk!
LikeLike
Wat is de wereld mooi als je weet waar je moet kijken.
LikeLike
Djaktief spreekt wijze woorden, helemaal waar.
LikeLike
Jij hebt echt een geoefend oog. Maar dat wisten we al lang, natuurlijk.
LikeLike
Toch niet so saai die somer van jou! 🙂
LikeLike
Valt nog reuze mee… altijd…
LikeLike
Helemaal mee eens, al je goed kijkt zie je altijd wat.
LikeLike