’s Gravelandse bomenroute

Vanaf de parkeerplaats bij natuurkampeerterrein de Fransche Kamp in ’t Gooi lieten we ons dit keer leiden door een app van Natuurmonumenten met een route langs monumentale bomen en buitenplaatsen.

Die bomen staan weliswaar nog zo goed als in wintertooi, dus waren we benieuwid, of dit wel de geschikte tijd van het jaar was voor deze route. Het was heel wat beschutter lopen door bosrijk gebied, dan door ons open Waterland. En het was nog best koud, dus konden we die luwte best waarderen.

We wandelden richting ’s Graveland zoals de app, samengesteld door boswachter Johan van Galen Last, voorstelde. De eerste boom, die aandacht verdiende was de Wilhelminaboom, een Hollandse linde gepland in 1898 in het jaar dat Wilhelmina als koningin werd ingehuldigd. Bij deze boom had ik even alleen maar aandacht voor het hek.

Het bos wisselde af met open gebieden. Daar liepen aparte schapen en op veel van die plekken zagen we paarden.

Bij buitenplaats Hilverbeek sprong de zogenaamde ontzaghebbende eik er meteen uit., een boom uit 1731, gepland door de toenmalige eigenaar Hendrik Bicker.

De zevenarmige linde bij boerderij Stofbergen, rond 1700 gepland, genoot bekendheid als de Zeven Provinciën boom.

Opeens zagen we een zogenoemde slangenmuur. Het bleek dat daarachter de wijngaard van landhuis Hilverbeek lag, maar daar konden we helaas niets van zien.

Het was sympathiek, dat zelfs een rustbank in de route was opgenomen. Wij verorberden ons lunchpakket dus met uitzicht op landhuis Hilverbeek.

Bij buitenplaats Jagtlust vielen de aangeprezen bomen niet op in hun wintertooi. Wel leuk was de wandeling door de hortensia-hagen. Wat zal dat over een paar weken bijzonder zijn, als alles daar in bloei staat.

Bij Gooilust troffen we eerst de reusachtige eik aan. In de landschapstuin bleek, dat men in de loop der tijd heel wat heeft geïnvesteerd in exotische bomen, met namen als slangenden, parapluden, zakdoekjesboom, apenboom, reuzen treurwilg, magnolia enzovoort.

Via het dorpje ’s Graveland staken we door naar de volgende buitenplaatsen. Het zou een lieflijk dorpje  kunnen zijn, ware het niet, dat er een drukke verkeersweg doorheen loopt. 

Bij Boekesteyn staan rode reuzeneiken in de tuin, maar om dat rode te kunnen zien, zullen we nog eens terug moeten komen.

Het park erachter is ook bijzonder om te zien.

Via Schaep en Burg

steken we via het zogenaamde ‘Klein Zwitserland’

door naar Bantam om de oosterse plataan en de dikste grove den van Nederland te bewonderen.

Het werd een bijzondere wandeling door het accent op de bomen. Het vraagt er zeker om, terug te komen in een ander jaargetijde, dus wie weet.

13 gedachtes over “’s Gravelandse bomenroute

  1. Een vriend van mij, in het Gooi geboren, roept altijd. Het Gooi , Het Gooi, dat is ontzettend mooi en gelijk heeft ie.
    Ik dacht ook aan Annejet van der Zijl. Prachtig boek, hoewel Fritzi Harmsen daar zelf anders over dacht.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s