De middag bij de Valk Roofvogels werd geopend met de oehoe. Maar het ging niet in eerste instantie om de grote vogel maar om de jongen, want onder het verenkleed zaten twee jongen van twee dagen oud.

Ze zaten wat donker en men verplaatste ze naar buiten. Toen konden we kuikens pas goed zien.

Ze werden liefderijk opgevangen door een oehoe, die niet de moeder bleek te zijn, maar wel bereid is om de jongen groot te brengen. Het is een alleenstaande oehoe, die nooit een partner vond, maar al meerdere jongen verzorgd heeft, waar de ouders in gebreke bleven. ( de foto’s zijn los aanklikbaar)

Vervolgens zagen we nog drie dotten van oehoe-baby’s van 5 weken oud.

Achtergrondinformatie: De oehoe legt 3 tot 4 eieren. Na ongeveer 34 dagen komen de eieren uit en zijn de jongen grijswit. Direct na de geboorte zijn de
jongen in staat, om zich buiten de nest kom, te ontlasten. Na 28 tot 30 dagen verlaten de jongen het nest,
ze kunnen al lopen, springen en klimmen met behulp van vleugelslagen. Na een week of 10 zijn ze
geelbruin van kleur en kunnen ze ook vliegen. In de herfst verlaten ze het nest.

In Nederland komen ze voor sinds 1997 in Limburg zonder hulp van mensen. Er is waarschijnlijk een
migratie van uit Duitsland geweest. In 2002 in Gelderland, en in 2004 waren er 6 broedparen. In 2010 in
Overijssel, en het jaar er op in Noord-Brabant. Men zegt dat het aantal broedparen nu op 46 tot 50 zit.
In België broed hij in het wild in de Ardennen, vooral in verlaten open steengroeves. Maar incidenteel
ook in Vlaanderen al zijn dat vaak ontsnapte gekweekte exemplaren.

Informatiebron: Karin Loek en Loek Lobel van F11club op FB