Op dag twee, een dag dat de mussen dood van het dak vielen, besloten wij om met de auto een ronde rondom het Lauwersmeer te maken. Er waren wat gemarkeerde plekken op de kaart, die we wat beter gingen bekijken. De insteek was om vogels te zien. Net over de sluis hadden we de eerste stop. Dit was Gronings grondgebied.

Deze stop was niet bijzonder.

Bij Suyderoog besloten we te gaan wandelen. Vogels waren daar schaars, maar we zagen prachtige riet-orchissen

en andere mooie bloemen.

Terug bij de auto was er nog een vijver, waar we ons nog even stortten op het vastleggen van libelles in de vlucht. Dat is gewoon topsport en dus bij mij ook niet gelukt.

Daarna stopten we bij een vogelhut

waar we werden verrast door zwaluwen, die druk doende waren met hun nesten vol jongen.

In Zoutkamp was er koffie. Uitgerust en wel bekeken we even de haven.

met de gekleurde huizen,

blikvangers, die heel IJslands aandoen, vond ik.

De dag stond in het teken van ‘code oranje’. Hoewel we prachtig weer hadden, hielden we steeds het weerbericht in de gaten. Onze volgende stop was namelijk Earnewald, waar we een boottocht door de Alde Feanen zouden gaan maken in de avond. Helaas werd die afgelast en gingen we vervroegd op huis aan. Daar barstte de bui los en waren we blij, dat we niet in de boot zaten.