De derde dag in Zeeland begon ermee, dat J en ik aan onze huisgenoten bewijzen wilden leveren, dat wij gisteravond laat reeën in onze voortuin zagen, vlakbij de voordeur. Ze deden zich op hun gemak tegoed aan de planten, die daar stonden. J keek toevallig uit haar raam en riep mij erbij. Het was zo ongelooflijk. Zij maakte een foto met de mobiel, ook als bewijs, want de rest sliep al. De hoefsporen waren goed zichtbaar in de ochtend. 

Na het ontbijt gingen we naar plan Tureluur. De naam zegt het al, een natuurgebied, waar we ook weer vogels konden bekijken. Het gebied is vernoemd naar de tureluur, omdat dit een vogel is, die je hier vrij lang in het jaar ziet. Helaas heb ik die hier deze dag niet gezien.

Het leek er in eerste instantie erg rustig wat vogels betreft: brandganzen en kluten met hun pulletjes, nijlganzen en een scholekster.

Opzienbarender waren twee lepelaars die best dichtbij hun voedsel bij elkaar scharrelden.

Het land werd begraasd door mooie witte koeien en er liep een bruin jong bij.

Een uitkijktoren kon ook nog beklommen worden, maar wij zagen vanaf de grond ook al genoeg moois.

Er was ook nog een soort havenhoofd.

Daar konden we ons storten op mosjes

planten en zeewier

en waren we nog getuigen van twee meeuwen, die een krab verorberden.

We kwamen uit bij een soort havenhoofd

waar we moe maar voldaan iets gingen drinken in de Heerenkeet.