Op zaterdag reisde ik af naar Station Bussum Zuid. Dat was de verzamelplek, waar vandaan we vertrokken voor deze voorheen NS-wandeling. We gingen een aantal ’s Gravelandse buitenplaatsen en landgoederen doorkruisen. Vóór de koffiepauze, die al na ongeveer 4 km gehouden werd liepen we over buitenplaats Bantam en Schaep en Burgh,

Na de koffie passeerden we het dorpje ’s Graveland.

We moesten een stukje langs de weg,

maar we werden afgeleid van het verkeer, doordat in het weiland een ooievaar en een ganzenfamilie te zien waren.

Snel sloegen we af om over landgoed Spanderswoud te gaan.

Daar werden we getrakteerd op statige lanen, mooie beukenbomen, prachtige aangelegde natuur in Engelse landschapssstijl.

De huizen met landgoederen stammen al uit de 17e eeuw en 18e eeuw. Amsterdamse kooplieden zochten een zomerverblijf en kozen deze streek in ’t Gooi en ook langs de Vecht uit om hun buitenplaatsen te bouwen. We kwamen dan ook mooie optrekjes tegen.

Bij buitenhuis Hilverbeek zag ik een zogenaamde slangenmuur. Zo’n omheining van de tuin is gebouwd in een slingerende lijn, die overal even dik is. Zo krijg je een stabiele muur. Ze noemen het ook wel een fruitmuur, want de bochten vormen beschutte plaatsen, waarin windgevoelige planten of struiken, het goed doen.

Ondanks het grijze weer, waar op deze dag gelukkig geen regen bij hoorde, bleven we genieten van het landschap en ondertussen gezellig kletsen met elkaar.

Mooie doorkijkjes bij Gooilust,

bijzonder lijnenspel

met waterpartijen, waar het zeker ’s zomers goed toeven zal zijn.

Het Corversbos had nog wat hoogteverschillen voor ons in petto.

En na 19 km waren we weer terug bij de Bussumse heide. Die moesten we oversteken om bij het station te komen. Onze gids J had er stevig de pas in, dus hadden we in 4 en een half uur ons rondje gelopen, inclusief koffie en lunchpauze.