Vanaf station Maarssen lopen we door het stadje naar de plek, waar we de vorige keer gestopt zijn.

Van daaraf gaan we richting de groene polders.

Rondom Utrecht ligt de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Koning Willem I gaf in 1815 opdracht tot de aanleg van uitbreiding van de oude linie naar Utrecht met twee verdedigingsgordels ten oosten van de stad. Van de eerste reeks die verrees tussen 1815 en 1824 zagen we vandaag fort de Klop, de Gagel en Blauwkapel.

Die ring bood niet voldoende bescherming tegen vijandelijke aanvallen en dus volgde er tussen 1867 en 1870 een tweede fortengordel verder buiten de stad. Daarvan zagen we vandaag Voordorp, Ruigenhoek en fort Maarsseveen.

De robuuste verdedigingswerken worden tegenwoordig beschermd en veel forten worden intensief en creatief gebruikt voor diverse doeleinden. Zo is Fort Maarssenveen een ontmoetingsplek voor kunst, cultuur en recreatie, fort Voordorp is kinderopvang en fort Aan de Klop is ingericht als natuurkampeerterrein, vergader locatie en het huisvest een horecagelegenheid met een heerlijk terras. Binnen zag het er ook heel knus uit in het ronde gebouw van het fort.

Het valt op dat het gebied rondom Utrecht zo groen is. Dat heeft alles te maken met de verdedigingslinie en de kringenwet uit 1853. Die schreef voor, dat er binnen de eerste twee kringen van een verdedigingswerk alleen houten gebouwen waren toegestaan. Die konden snel worden afgebroken bij oorlog, zodat het schootsveld vrij bleef van obstakels. Tot 1963 bleef deze wet in stand, vandaar dat de oostkant van Utrecht jarenlang onbebouwd bleef. Het waterrijke veengebied hielp ook mee om het gebied makkelijk te kunnen inunderen.

Inmiddels zijn deze veelal beschermde natuurgebieden dan ook uitermate geschikt om heerlijk te wandelen.

Maarssen ligt ongeveer 7 á 8 km van Utrecht. Wij liepen 22 km vandaag. Je begrijpt, dat we het gebied aardig verkent hebben en dat er over deze etappe nog veel meer te vertellen valt naast al het militaire gedoe. Morgen meer.