Een voormalige Abdij in het centrum van Tongeren werd ons eerste overnachtingsadres. Bij het woord Abdij verwachtten wij heel eenvoudige kamers, maar het was een hotel van alle gemakken voorzien. Wel zo’n typische vierkante bouwstijl met kloostergangen, dus je kon soms een hele wandeling moeten maken naar je kamer.

Gelukkig wees de engel ons de weg, want verder waren alle gangen gelijk.

We hadden tijd voor een stadswandeling. Tongeren is een heel oude Romeinse stad. Het standbeeld op de Grote Markt verhaalt over de strijdvaardige Eburonenkoning Ambiorix, die het Romeinse leger een zware nederlaag bezorgd, maar uiteindelijk werd het Eburonenvolk toch overwonnen door de Romeinen.

Al bij het binnenrijden van de stad torent de basiliek boven alles uit. Dus aan een bezoek van deze kerk konden we niet ontkomen.

Een kleine collage van het interieur.

Er was kermis in de stad. Daardoor kregen we geen goed beeld van het stadje. Het was rommelig, want door de hele stad heen kwam je kermiskramen tegen. Dat was wel jammer, hoewel onderstaande foto wel een grappige combinatie is.

Verder uit het centrum lagen nog restanten van een oude stadsmuur uit de Romeinse tijd.

Er zijn verschillende musea, waar je alles over de Romeinse tijd kunt ontdekken. Ook de religieuze geschiedenis heeft hier zijn stempel gedrukt, waar ook genoeg over terug te bekijken is. Zo belandden wij in een hoek van de stad, die getekend wordt door herinneringen aan de begijnen. Een begijnhof en mooie oude sfeervolle straatjes waren het bezichtigen waard.

Vervolgens streken we neer in de Infirmerie, een voormalige kapel en ziekenzaal. De kapel was voor ons koor gereserveerd als eetzaal.

De geweldige akoestiek nodigde uit tot het zingen van een lied. Heerlijk.