Er zou ergens een vliegtuigwrak liggen op het strand. Dat wilden wij graag zien. We zagen een hek en een immense vlakte. Geen vliegtuig te bekennen. Op een bord stond iets over 7 km lopen, maar andere informatie zei, dat het drie kwartier lopen was. Wij gokten op het laatste en begonnen te lopen.

Je zou verwachten, dat je na een half uur lopen, toch wel contouren van zo’n wrak zou zien liggen, maar wij zagen niets. Wel zag je mensen heel ver weg op het strand lopen, maar een vliegtuig lag er niet. Het was prachtig weer, dus wij genoten van de wandeling. Opeens begrepen we hoe het zat. Er was een verlaging in het landschap en daar op dat lagere gedeelte zagen we de vliegtuigromp liggen. Het was echt drie kwartier lopen geweest.

Op 24 november 1973 stortte een Amerikaanse DC-3 neer op het zwarte zandstrand van Sólheimasandur vlakbij het plaatsje Vík. Alle bemanningsleden overleefden de ramp. De exacte reden van de crash is niet bekend, hoewel sommige bronnen suggereren dat het vliegtuig zonder brandstof kwam te zitten nadat de piloot overgeschakelde naar de verkeerde brandstof tank.

Waarom de wrakstukken nog steeds op het strand vlakbij de zee liggen en niet geruimd zijn is onduidelijk. Al mist het wrak wel enkele stukken. Zo zijn de vleugels, de kop en het staartstuk verdwenen. Niemand weet waar die zijn gebleven, al gaan de geruchten dat een boer die heeft meegenomen om te verkopen in Vík.

Ik zag nog kogelgaten?

Maar het vliegtuig blijft maar liggen en is onderhand gewoon een toeristische attractie geworden.