Molen Het Prinsenhof

Het Prinsenhof is een achthoekige bovenkruier, de enige complete pelmolen van de Zaanstreek en nog een van de laatste pelmolens van Nederland. We raakten er verzeild door de tentoonstelling, maar waren blij verrast. De weg ernaar toe ging over een verscholen pad, dat uitkwam bij een weiland. En daar zagen we de molen liggen in alle weidsheid van het Westzijderveld.

Een enthousiaste vrijwilliger, voormalig leraar aardrijkskunde en geschiedenis, wilde ons alles over de molen vertellen. Die werd in 1722 gebouwd en is tot 1899 gebruikt voor het pellen van gerst tot gort. Driehonderd jaar oud dus!

Toen de aardappel alom werd ingeburgerd vond de gort geen aftrek meer. Men heeft nog geprobeerd om de molen voor andere industriële doeleinden te gebruiken o.a. voor het vermalen van een grondstof voor de Forbofabriek in Zaandam. Dat procedé was brandgevaarlijk dus is de molen op een gegeven moment verkocht aan de Vereniging Zaanse molens. Zij hebben dit industriële erfgoed gerestaureerd en blijven hem goed onderhouden. De gerst en gort lag er nog in een blik. Je ziet links vóór en rechts nadat de gerst door de molen is gegaan.

De molen en ook de bijbehorende schuren staan hier hoog op muurtjes. Het is een waterrijk gebied, dat zeker vroeger erg kon overstromen. Zodoende.

De deur van de molen stond gastvrij open. De deur en ook de binnenruimte was voorzien van de kleur vliegenblauw. De naam zegt het al, vliegen houden niet van deze kleur en dat was een prettige bijkomstigheid bij al die gort.

Hier een indruk van het interieur, waar de molenstenen in de vloer ingebed zijn.

Beneden was een aanlegsteiger met ernaast een klein huisje. Vroeger was de steigerplaats de aanvoerroute voor de gerst en later de industriële producten. Er is geen andere toegang hier dan het water. Het huisje wordt opgewarmd en nu kunnen de vrijwilligers er lekker doorwarmen met een kopje koffie. Vroeger was dit ook al de enige plek waar vuur gestookt werd. In een molen kan dat beslist niet, dus ook dit kleine huisje is al heel oud.

Een etage hoger, via een steile trap, gingen we buiten kijken. De molen draaide gestaag, maar was uiteraard losgekoppeld van het productieproces. Hij draaide dus om niets en daar koppelde de vrijwilliger meteen het verhaal aan van hoe de molen aan zijn toch wel aparte naam is gekomen. In 300 jaar heeft hij verschillende oorlogen meegemaakt. In de Spaanse burgeroorlog werden de molens opgeëist door de Spanjaarden. Deze molen ligt op een soort van eiland. Spanjaarden houden niet van water, dus werd er niet gecontroleerd, maar de molenaar, die de Spanjaarden wel te vriend wilde houden, liet ogenschijnlijk de molen lekker zijn werk doen. De Spanjaarden dachten zo dat ze productie leverden voor hen, maar net als nu had men de wieken losgekoppeld van de rest van de molen en hij draaide dus voor niks. De Spanjaard was de vijand en men was prinsgezind, dus noemde men het zomaar draaien van de wieken, draaien voor de prins. In WOII heeft de molen flink wat onderduikers gevestigd, min of meer onbereikbaar voor de Duitsers.

Iets verder zag je de voormalige specerijmolen De Jonge Dirk.  Door de achtergrond zie je hoe dicht deze mooie molens liggen bij al het industriële geweld van de Zaanstreek.

12 gedachtes over “Molen Het Prinsenhof

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s