Na bijna twee weken trokken we de wandelschoenen weer aan. Het was een prachtige zonnige dag. In het bos achter de Woeste Hoeve zag je nog dat het gevroren had de afgelopen nacht. We liepen vrij beschut en merkten pas later op de dag dat er een koude wind stond. Wij hadden daarentegen vandaag het geluk om wel drie keer een bank uit de wind in de zon aan te treffen, waar we uitgebreid konden uitrusten, zonder het koud te krijgen. Tot Loenen liepen we nog door de laatste bossen van de Veluwe. Het landschap is hier ook nog glooiend met af en toe stukken heide. We kwamen door het sprengenbeken-landschap. Deze kunstmatige beken zijn gegraven om watermolens van meer waterkracht te voorzien. Wij zagen verschillende bouwsels, maar water hebben we niet kunnen ontdekken. Richting Eerbeek kwamen we in het boerenland. Leuk om de boeren bedoeninkjes te bekijken. Of er nog overal boerenbedrijven in huizen, valt te betwijfelen. De verrassing van deze dag vonden we Hall en Hallse Hull. Een klein dorpje en een gehucht, met een mooie kerk, een kerkhof met een klein stukje voor militaire gedenkplekken en met mooie huizen, waarbij het opvalt hoeveel ruimte ze om het huis hebben. Het lijkt ons goed wonen hier! Verder werden we vandaag regelmatig over landgoederen geleid. Die had ik hier niet zo verwacht, maar dat is meer omdat ik in deze streek van Nederland nog nooit echt geweest was en dus ook niet wist wat ik moest verwachten. Maar men kende ook vroeger natuurlijk wel de mooie plekken in het land. Huis te Eerbeek, Landgoed Leusveld en Engelenburg bij Brummen zijn mooie erfenissen van een industrieel verleden.